Operaties aan aangeboren hartafwijkingen worden voorlopig niet geconcentreerd in Rotterdam en Groningen. Het besluit daarover van het ministerie van Volksgezondheid is op donderdag 11 januari door de rechtbank Midden-Nederland teruggedraaid in een zaak over de toekomst van kinderhartchirurgie. Dit betekent dat het UMC Utrecht en het samenwerkingsverband tussen het Amsterdam UMC en het Leids Universitair Medisch Centrum, CAHAL, mogen doorgaan met het uitvoeren van operaties bij kinderen met een aangeboren hartafwijking en hoogcomplexe operaties bij volwassenen met een aangeboren hartafwijking.
De rechtszaak was aangespannen door de universitaire ziekenhuizen van Leiden, Amsterdam en Utrecht. Volgens de rechtbank heeft het ministerie niet goed onderzocht of het wel nodig is om het aantal ziekenhuizen waar de hartoperaties kunnen worden uitgevoerd, terug te brengen van vijf naar twee. Het is daardoor niet duidelijk of dit besluit ‘noodzakelijk en evenwichtig en daarmee evenredig is’.
Gevolgen zijn onduidelijk
Het is nog onduidelijk welke gevolgen deze uitspraak precies heeft, duidelijk is wel dat de noodzakelijke concentratie van complexe hartchirurgie opnieuw vertraging oploopt. Dit vinden wij als Harteraad, stichting Hartekind, de Hartstichting en Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen (PAH) zorgwekkend.
De onzekerheid voor patiënten, hun ouders en zorgverleners duurt al veel te lang. Wij vinden concentratie noodzakelijk, omdat zo de kwaliteit van specifiek deze ingrepen niet alleen nog beter wordt, maar ook in de toekomst op een hoog niveau blijft én verder wordt versterkt. Dat kan alleen in intensieve samenwerking op een beperkt aantal locaties in Nederland. Deze uitspraak betekent nog langer onduidelijkheid en onzekerheid voor ouders en patiënten, en voorlopig onvoldoende gezamenlijke inspanningen voor verdere kwaliteitsverbetering van deze hoog complexe zorg.
Naast concentratie moet het uitwisselen van expertise, patiëntgegevens en onderzoeksresultaten tussen alle centra, waaronder interventiecentra, landelijk georganiseerd worden en dienen er bindende afspraken over kwaliteit opgesteld worden. Uitkomsten moeten transparant beschikbaar zijn. Patiënten met de meest complexe aandoening moeten in een landelijk team worden besproken, waarna wordt besloten waar en door wie de patiënt wordt geopereerd. Deze acties zijn dringend nodig, ongeacht wanneer en waar er naartoe wordt geconcentreerd.
Lees ook eerdere berichtgeving over concentratie van hartchirugie