Slimme zorg thuis mogelijk maken met telebegeleiding

Harteraad en Hartstichting voerden op 20 februari 2019 een gesprek met VVD-Kamerlid Arno Rutte over telebegeleiding hartfalen. Niet meer routinecontroles in het ziekenhuis, maar de zorg bieden die nodig is met hulp van eenvoudige technologie thuis. Rutte: “We gaan elkaar versterken om telebegeleiding voor mensen met hartfalen mogelijk te maken”. Dit jaar peilt Harteraad weer het aanbod van telebegeleiding in Nederland.

Anne-Margreet Strijbis en Inge van den Broek (beleidsadviseurs Harteraad) en Gera de Grauw (Public Affairs Hartstichting) spraken met Tweede Kamerlid Rutte over telebegeleiding. Net als Harteraad vindt Rutte dat telebegeleiding voor mensen met hartfalen en COPD nog veel te weinig wordt ingezet. Hij gebruikt hiervoor de cijfers uit onze inventarisatie: van de ziekenhuizen die onze vragenlijst over telebegeleiding invulden en die telebegeleiding aanbieden, gebruiken in totaal zo’n 1200 patiënten telebegeleiding. Dit terwijl er 40.000 patiënten per jaar bijkomen en er meer dan 230.000 patiënten zijn.

Meer mensen gebruik laten maken van telebegeleiding

Rutte wil het aantal gebruikers van telebegeleiding snel omhoog brengen, zodat iedereen die dat wenst van telebegeleiding gebruik kan maken. Hij heeft hierover een motie ingediend in de Tweede Kamer. In zijn zoektocht hoe die versnelling te bereiken, sprak hij Harteraad over wat wij doen op dit gebied en over onze ideeën om de toepassing van telebegeleiding te vergroten. Zo spraken we over onze inventarisatie die we dit jaar herhalen, over mogelijk zinvol onderzoek, ondersteuning van ziekenhuizen bij de invoering en goede financiering van telebegeleiding.

Anne-Margreet Strijbis: “Het gaat niet alleen om het monitoren van medische parameters, maar ook om het ‘leven met’. Hoe zorg je voor een zo lang mogelijk goed leven met hartfalen? Denk aan werk, relaties, leefstijl, en ook voorbereidingen voor palliatieve zorg. Maatwerk is belangrijk: wat heeft de patiënt nodig, wat past bij de patiënt? Het helpt de invoering als het aanbod ook verbreed wordt naar andere ziekten.”