Het stilvallen van de reguliere zorg door de coronacrisis heeft in meerdere ziekenhuizen geleid tot een toename van het aantal grote amputaties. Harteraad roept mensen met een vaataandoening op om tijdig om zorg te vragen, om zo gezondheidsschade te voorkomen.
In veel ziekenhuizen lag de reguliere zorg volledig plat door de coronazorg. Ziekenhuizen hielden niet-coronapatiënten in het begin van de crisis buiten de deur, ook vanwege het besmettingsgevaar en het gebrek aan beschermingsmiddelen. Bij veel mensen was er angst om zorg te vragen. Patiënten durfden niet naar de huisarts en consulten waren veelal telefonisch. Bij deze patiënten is het echter belangrijk dat ze bij een arts langs gaan, zodat deze kan bepalen hoe ernstig de wond is.
Angst om naar huisarts te gaan
Het Amphia Ziekenhuis in Breda hield cijfers bij. Het begon vaatchirurg Van der Laan in april op te vallen: hij en zijn collega’s in het Amphia Ziekenhuis in Breda moesten steeds meer grote amputaties uitvoeren. Van der Laan: “Ze hadden wondjes aan de voet gekregen, gangreen of een pijnlijke, soms al zwarte teen. Ze durfden niet naar de huisarts, kwamen te laat in het ziekenhuis.” Het ging om oudere mensen met bijvoorbeeld slagaderverkalking. In andere jaren was 15 procent van de ingrepen een amputatie van een groot deel van het been; nu 42 procent. Het gaat bij het Amphia Ziekenhuis om 19 mensen met problemen aan de voet, die het ziekenhuis tussen maart en eind april bezochten.
Van der Laan pleit ervoor om dit bij een eventuele tweede golf anders aan te pakken: de artsen moeten patiënten blijven zien. De Nederlandse Zorgautoriteit is het daarmee eens. Sinds het begin van de corona-uitbraak in Nederland zijn 800.000 mensen minder naar de huisarts gegaan.
Bron: NOS
