Reizen met een ICD

Met een ICD mag je gewoon op vakantie. Ook met het vliegtuig. Wel zijn er een paar dingen handig om te weten.

Overleg voor vertrek

Raadpleeg je cardioloog voor vertrek. Zijn er geen belemmeringen om de geplande reis te maken? Zijn er in het vakantieland ziekenhuizen waar je in geval van problemen met de ICD van jouw merk terechtkunt? Waar moet je op letten, en wie bel je in geval van problemen?

Dit neem je mee:

– voldoende medicijnen (check de houdbaarheidsdatum ruim voor vertrek);
– een overzicht van je medicijnen of medisch paspoort, op te vragen bij je apotheek;
– het telefoonnummer van je ziekenhuis, behandelend cardioloog en ICD-technicus;
– het telefoonnummer van de ANWB-alarmcentrale of een andere alarmcentrale;
– het polisnummer van je ziektekosten- en reisverzekering;
– het telefoonnummer van je reisverzekeraar;
– het telefoonnummer van je ziektekostenverzekeraar;
– het telefoonnummer van de producent van je ICD. Niet alleen van het kantoor in Nederland, maar ook van het kantoor in het vakantieland waar je verblijft;
– je ICD-identiteitsbewijs, deze krijg je van je arts voordat je het ziekenhuis verlaat;
– ook handig: een afbeelding waarop te zien is waar de ICD in je lichaam is geïmplanteerd. Zo’n afbeelding is bijvoorbeeld meestal te vinden in het instructieboekje;
– een uitdraai van de laatste ICD-controle;
– een instructiekaartje in het Nederlands / in het Engels om te overhandigen vóór het passeren van detectiepoortjes.

Detectiepoortjes op vliegvelden en in musea

Alle fabrikanten van ICD’s geven aan dat het passeren van poortjes in principe geen risico geeft op beschadigingen. Als je er tenminste in een normaal tempo doorheen loopt en niet stil blijft staan in het poortje, maar pas ongeveer een meter daarna. Toch kán het poortje reageren, omdat de implantaten metaaldelen bevatten. Daarom luidt het algemene advies: identificeer je door middel van je ICD-pas als drager van een ICD. Meestal hoef je dan niet door het poortje en word je handmatig gefouilleerd. Het kan helpen om hiervoor een instructiekaartje in het Engels bij je te hebben.

Autorijden in het buitenland

Alle landen die lid zijn van de Europese Unie, inclusief Noorwegen, Liechtenstein, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk erkennen elkaars rijbewijzen. Dus met een Nederlands rijbewijs met daarop code 100 of 101, mag je in het buitenland gewoon autorijden. Mochten er vragen komen over de codes:
– code 100 betekent: ‘for private driving only’
– code 101 betekent: ‘for restricted commercial driving only, exceptly persons’
In sommige landen buiten de Europese Unie is náást je Nederlandse rijbewijs een internationaal rijbewijs (IRB) verplicht. Een overzicht is te vinden op anwb.nl. De medische aantekeningen van je officiële rijbewijs staan daar niet op. Om misverstanden of vervelende situaties te voorkomen, kun je die aantekening vooraf met de verhuurder bespreken.

Wat als de ICD een schok geeft?

De fabrikanten die in Nederland ICD’s leveren, zijn internationale bedrijven die in veel vakantielanden vertegenwoordigd zijn. Zij beschikken daarom over lijsten van ziekenhuizen en cardiologen bij wie je terechtkunt in geval van een schok of problemen met de ICD. Zoek voor vertrek de juiste gegevens op via de fabrikant van je ICD. Zet ze in je telefoon en schrijf ze op een kaartje voor in je portemonnee: zo weet je altijd wat je moet doen.

Een overzicht van ICD-leveranciers:

– Boston Scientific
– Biotronik
– Medtronik
– LivaNova
– Abbott

Ga je voor iets anders naar het ziekenhuis?

Vertel dan voor het begin van elke medische handeling, ook bij de tandarts, dat je ICD-drager bent. En dat je dus uit de buurt moet blijven van medische apparatuur met een sterk elektromagnetisch veld.