Hartfalen en medicijnen gaan hand in hand. Zodra je de diagnose hartfalen krijgt bepaal je in overleg met de cardioloog (of behandelaar) hoe jouw behandeling eruit ziet. Dit verschilt per persoon. Wat wel zeker is, is dat je medicijnen moet slikken. En vaak meer dan één. Welke medicijnen je precies krijgt verschilt per soort hartfalen en per persoon. Er zijn heel veel soorten medicijnen die voorgeschreven kunnen worden bij hartfalen. In dit artikel bespreken we de vijf belangrijkste soorten hartfalen medicijnen. Bij ieder medicijn vind je een uitleg waar ze voor gebruikt worden.
Top vijf hartfalen medicijnen:
- ACE-remmers, Angiotensine-II remmers en ARNI
A) ACE-remmers
B) Angiotensine-II remmers
C) ARNI - Bètablokkers
- Aldosteron receptor remmers (MRA’s)
- SGLT2-remmers
- Plasmiddelen (diuretica)
1. ACE-remmers, Angiotensine-II remmers en ARNI
Deze drie medicijnen hebben een vergelijkbare werking: ze werken allemaal op een onderdeel van het RAAS-systeem (Renine-Angiotensine-Aldosteron-Systeem), waarbij de ARNI het krachtigst werkt omdat het 2 medicijnen in 1 bevat. Het RAAS-systeem is het systeem dat de hoeveelheid vocht en zout in je bloed regelt. Bij veel mensen met hartfalen is dit systeem te actief. Hierdoor houd je meer vocht en zout vast, waardoor je hart harder moet werken.
1a ACE-remmers
Er zijn verschillende soorten ACE-remmers. Voorbeelden zijn: benazepril, captopril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.
Waar worden ACE-remmers voor gebruikt?
Wanneer je last hebt van hartfalen, heb je een RAAS systeem dat te actief werkt. Hierdoor houd je meer vocht en zout vast, waardoor je hart harder moet werken. ACE-remmers zorgen ervoor dat bepaalde onderdelen van dit RAAS-systeem geremd worden, waardoor je minder zout en vocht gaat vasthouden. Ze zorgen er ook voor dat de bloedvaten in de uiteinden van je lichaam (armen, benen, vingers, tenen) wijder worden, waardoor de bloeddruk verlaagt en het hart minder hard hoeft te werken. Zo ondersteunen ACE-remmers de pompkracht van het hart, waardoor deze kan verbeteren.
Bijwerkingen van ACE-remmers:
Veel voorkomende bijwerkingen van ACE-remmers zijn:
- Duizeligheid, licht gevoel in je hoofd: dit komt door de lage bloeddruk
- Kriebelhoest
- Verminderde werking van de nieren
- Allergische huidreactie zoals huiduitslag en/of jeuk
De meeste bijwerkingen verdwijnen als je lichaam gewend is aan het medicijn. Heb je erge klachten of worden ze na een tijdje niet minder, bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
1b Angiotensine-II-remmers
Voorbeelden van angiotensine-II-remmers zijn losartan, valsartan en irbesartan
Waar worden angiotensine-II-remmers voor gebruikt?
Angiotensine-II-remmers zijn net als ACE-remmers bedoeld om bepaalde onderdelen van het RAAS systeem te remmen, waardoor je minder vocht en zout vasthoudt. Ze zorgen er ook voor dat de bloedvaten in je lichaam wijder worden. Door wijdere bloedvaten wordt de bloeddruk lager en hoeft het hard minder hard te werken. Zo ondersteunen ook angiotensine-II-remmers de pompkracht van je hart, waardoor de knijpkracht en het hartfalen kan verbeteren.
Bijwerkingen van angiotensine-II-remmers:
Bij angiotensine-II-remmers komen zelden bijwerkingen voor. Bijwerkingen die je kunt krijgen zijn vergelijkbaar met die van ACE-remmers:
- Smaakverlies
- Duizeligheid
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid
- Misselijkheid
- Allergische huidreactie zoals huiduitslag en/of jeuk
Net als de bijwerkingen van ACE-remmers verdwijnen ook deze vaak nadat je het medicijn een tijdje slikt. Je lichaam raakt eraan gewend. Heb je veel klachten of worden ze na een tijdje niet minder, bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
1c ARNI’s
ARNI bevat een combinatie van twee medicijnen: angiotensine-II-remmer en neprilysine-remmer. Het veelgebruikte medicijn valsartan/sacubitril is hier een voorbeeld van.
Waar worden ARNI’s voor gebruikt?
Zoals gezegd bevat ARNI een combinatie van twee medicijnen. De angiotensine-II-remmer valsartan remt bepaalde onderdelen van het RAAS-systeem. De neprilysine-remmer blokkeert de afbraak van bepaalde hormoon-eiwitten. Deze hormoon-eiwitten zorgen ervoor dat je meer water en zout uitscheidt. De combinatie van twee geneesmiddelen in één medicijn zorgt ervoor dat de werking van de medicijnen versterkt wordt. Dit medicijn wordt gebruikt bij mensen met hartfalen met een verminderde pompfunctie (HFrEF). Ook dit medicijn zorgt ervoor dat het hart minder hard hoeft te werken en de bloeddruk wordt verlaagd. Ook de ARNI ondersteunt krachtig de pompkracht van je hart, waardoor het hartfalen kan verbeteren.
Bijwerkingen van ARNI’s:
Bij het gebruik van ARNI’s komen niet vaak bijwerkingen voor. Enkele bijwerkingen die voor kunnen komen, zijn:
- Lage bloeddruk
- Hoog kaliumgehalte in je bloed: dit kan spierkramp en hartritmestoornissen veroorzaken
- Verminderde werking van je nieren
Zeer zelden:
- Allergische reactie: dit is een ernstige bijwerking waarbij je heel snel een zwelling rondom je keel krijgt. Het gevolg is dat je moeilijker kunt ademhalen. Merk je dat je acuut moeite hebt met ademhalen? Bel direct 112.
Heb je (veel) last van bijwerkingen? Bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
2 Bètablokkers
Voorbeelden van bètablokkers zijn bisoprolol, carvedilol, metoprolol, atenolol en nebivolol.
Waar worden bètablokkers voor gebruikt?
Bètablokkers werken in op het centrale zenuwstelsel en remmen de werking van stresshormonen. Hierdoor komt het centrale zenuwstelsel tot rust. Het hart wordt opnieuw ontlast. De bètablokker ondersteunt de pompkracht van je hart, waardoor het hartfalen kan verbeteren.
Bijwerkingen van bètablokkers
De belangrijkste bijwerkingen van bètablokkers zijn:
• Duizeligheid
• Zweten
• Koude handen en voeten
• Vermoeidheid
• Maag- en darmklachten
• Wazig zien
• Kortademig
• Minder zin in seks
Heb je veel klachten of worden ze na een tijdje niet minder, bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
3 Aldosteron receptor remmers (MRA’s)
Voorbeelden van MRA’s zijn: spironolacton en eplerenon.
Waar worden aldosteron receptor remmers (MRA’s) voor gebruikt?
Ook MRA’s zijn medicijnen die op het RAAS systeem inwerken en zorgen er zo ook voor dat je meer water en zout uit plast. Op die manier zorgen ze ervoor dat de bloeddruk verlaagt en dat het hart minder hard hoeft te werken. Ze remmen een hormoon (aldosteron) dat door de bijnieren wordt gemaakt. Dit hormoon kan tot meer problemen bij hartfalen leiden en door remming hiervan kan het hartfalen verbeteren.
Bijwerkingen van MRA’s
Een aantal bijwerkingen die je van aldosteron receptor remmers (MRA’s) kunt krijgen, zijn:
• Hoog kaliumgehalte in je bloed: dit kan spierkramp en hartritmestoornissen veroorzaken.
• Zwelling en gevoeligheid van de borsten: deze bijwerking kan voorkomen bij de MRA spironolacton en komt alleen voor bij mannen. Deze bijwerking is goed op te lossen door te wisselen van spironolacton naar eplerenon. De MRA eplerenon heeft deze bijwerking niet.
4 SGLT2-remmers
SGLT2-remmers zijn natrium-glucose-cotransporter-2-remmers. Er worden voor hartfalen twee verschillende SGLT2-remmers gebruikt: dapagliflozine en empagliflozine.
Waar worden SGLT2-remmers voor gebruikt?
SGLT2-remmers zijn hartfalen medicijnen die ervoor zorgen dat je extra suiker uitplast. Ook verbeteren ze de pompfunctie van het hart door nog onbekende oorzaak. SGLT2-remmers worden ook voor de behandeling van suikerziekte gebruikt, maar bij hartfalen werken ze net zo goed bij mensen met als zonder suikerziekte. Uit meerdere grote onderzoeken blijkt dat mensen met alle soorten hartfalen heel goed op SGLT2-remmers reageren.
Bijwerkingen van SGLT2-remmers
Veel mensen die SGLT2-remmers gebruiken hebben weinig tot geen bijwerkingen. Bijwerkingen die soms voorkomen wanneer je SGLT2-remmers bij hartfalen slikt, zijn:
• Huiduitslag
• Urogenitale infecties: dit zijn infecties rondom je blaas, nieren, urineleiders en geslachtsorganen.
• Afname van de nierfunctie: dit is meestal tijdelijk.
De bijwerkingen van SGLT2-remmers zijn anders wanneer je deze voor diabetes gebruikt. Heb je erge last van bijwerkingen, bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
5 Plasmedicijnen (diuretica)
Er zijn verschillende soorten plasmiddelen, waarvan de belangrijkste de lisdiuretica zijn. Voorbeelden hiervan zijn bumetanide en furosemide.
Waar worden plasmiddelen voor gebruikt?
Zoals de naam het al zegt zorgen plasmiddelen ervoor dat je extra vocht uit plast. Wanneer je last hebt van hartfalen houd je extra vocht vast. Hierdoor krijg je bijvoorbeeld last van dikke enkels, benauwdheid en vermoeidheid. De plasmiddelen zorgen ervoor dat je nieren meer zout uitscheiden. Dit zout trekt het vocht met zich mee en wordt via de urine afgevoerd. Plasmedicijnen maken in tegenstelling tot de andere 4 groepen van hartfalen medicijnen het hartfalen niet beter, ze zorgen alleen voor klachten verlichting door vocht afdrijving.
Bijwerkingen van plasmiddelen:
De meest voorkomende bijwerkingen bij plasmiddelen zijn:
- Dorstig gevoel: ondanks het dorstige gevoel is het belangrijk dat je niet teveel drinkt, omdat je hart dan extra belast wordt. Hier vind je tips voor wanneer je dorstig bent.
- Duizeligheid
- Hoofdpijn
- Misselijkheid
- Buikpijn
- Kramp in de benen
- Verminderde werking van de nieren
- Kaliumtekort: plasmiddelen kunnen voor een kaliumtekort zorgen. Door een kaliumtekort kun je last krijgen van vermoeidheid en obstipatie (verstopping van de darmen). Als het kaliumtekort heel erg is kan dit tot verlammingsverschijnselen en hartritmestoornissen leiden. Wanneer er een kans is dat er bij jou een kaliumtekort ontstaat wordt je bloed vaker gecontroleerd. Zo kan het kaliumgehalte in de gaten worden gehouden en kan er op tijd worden ingegrepen wanneer dat nodig is.
Heb je (veel) last van klachten, bespreek dit dan met je arts, behandelaar of apotheker.
Medicijnen vergeten, wat moet je doen?
Het is niet niks. Zodra je te maken krijgt met hartfalen moet je van de één op de andere dag medicijnen slikken. Elke dag. Dan kan het natuurlijk een keer voorkomen dat je je medicijnen vergeet in te nemen. Wat moet je dat doen? Lees meer over wat je kunt doen wanneer je je medicijnen een keer bent vergeten.
Wil je meer informatie over hartfalen?
Je krijgt de diagnose hartfalen en je hebt vast veel vragen. Mag ik meebeslissen over mijn behandeling? En wat kan je zelf doen om een zo goed mogelijk leven te leiden met hartfalen? Bekijk hier het webinar ‘Diagnose hartfalen, wat nu?’ terug dat we eerder organiseerden.