De helft van de mensen die medicatie krijgt voorgeschreven, slikt deze niet of stopt voortijdig. Vaak zonder overleg met de huisarts of de specialist, met alle risico’s van dien. Apotheker en onderzoeker professor Bart van den Bemt heeft ideeën over hoe dit beter kan. Het begint bij goed overleg tussen arts en patiënt.
‘Ik stel mezelf ten doel om het geneesmiddelengebruik effectiever, veiliger en doelmatiger te maken. Mensen slikken hun medicatie om allerlei redenen niet. Sommige mensen willen wel, maar kunnen het niet. Omdat ze het vergeten, omdat ze last hebben van te veel bijwerkingen of omdat de pillen simpelweg te groot zijn. Ook zijn er mensen die vinden dat de voordelen van de medicatie niet opwegen tegen de nadelen, zoals bijwerkingen en de langetermijneffecten, en wat ze ermee bereiken. Als je medicatie hebt, maak je namelijk voortdurend een afweging, elke keer als je deze slikt. Stel dat je een infectie hebt, dan wil je zo snel mogelijk antibiotica, ongeacht de bijwerkingen. Als de klachten na drie dagen weg zijn, gaan die bijwerkingen ineens zwaarder tellen. Daarom stopt 70 procent voortijdig met antibiotica.’
Therapieontrouw is schadelijk
De therapietrouw, je houden aan het voorgeschreven schema voor medicatie, is dus over het algemeen laag, terwijl dat schadelijke gevolgen kan hebben. Bart: ‘Meerdere studies tonen aan dat als je hart- en vaatmedicatie onvoldoende inneemt, je meer kans hebt op een infarct en op vroegtijdig overlijden. Gebruik je je stollingsmiddelen niet of niet volgens voorschrift, dan heb je meer kans op bloedingen of stolsels. Ook bij andere aandoeningen is therapietrouw belangrijk. De vraag is dus: hoe krijgt medicatie dan wel een plekje in iemands leven?’
Goed overleg met de arts
Dat begint volgens Bart bij gedeelde besluitvorming. Wat is dat precies? ‘Als je met klachten naar de huisarts gaat, dan heb je een doel. Bijvoorbeeld: minder pijn, minder vermoeidheid, meer eetlust of beter kunnen slapen. Dan is het fijn als je samen met de huisarts bekijkt wat je weer wilt kunnen. Daarvoor helpt het om thuis het gesprek voor te bereiden. Bedenk vooraf wat je wilt bereiken met de behandeling. En stel deze vragen aan de huisarts: Wat zijn de mogelijkheden? Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden? En wat betekent dit voor mijn situatie? Samen kom je dan tot een behandeling waar jij achter staat. Je bent veel gemotiveerder, waardoor de therapietrouw groter is.’ Dat vraagt niet alleen iets van de huisarts, zoals kennis en vaardigheden, maar ook van jou als patiënt. ‘Het gekke is: we regelen onze hypotheek, onze bankzaken en onze vakantie zelf, maar als het gaat om gezondheid zijn we veel volgzamer. Jij kent jezelf het beste. Dus vraag jezelf af: wat past bij mij?’
Wat is belangrijk in jouw leven?
Bepaal aan de hand van vier vragen wat belangrijk is in jouw leven. Dat helpt als je praat met zorgverleners en de mensen om je heen, zodat je makkelijker keuzes maakt en de zorg krijgt die bij jouw leven past.
Ga naar Wat er toe doet
Zorgvuldige begeleiding
Maar daarmee ben je er nog niet. Want vervolgens moet je goed worden begeleid in het gebruik van de medicatie. Bart: ‘Dat is belangrijk want als patiënt kom je misschien vier uur per jaar bij de huisarts, de specialist en de apotheek. Maar je moet het hele jaar door gemotiveerd blijven om de medicatie te blijven slikken. Ondertussen kan er van alles gebeuren. Je leest iets over bijwerkingen en gaat twijfelen. Je ontdekt dat de medicatie niet goed samengaat met alcohol. Of je blijft angst houden voor de bijwerkingen en de langetermijneffecten. Dat laatste blijkt trouwens bij 90 procent van de medicatiegebruikers zo te zijn. Heel veel mensen haken daardoor af. Ze stoppen definitief met de medicatie of slikken de medicatie tijdelijk niet, om te kijken wat er gebeurt. Verreweg de meesten overleggen niet met de arts of de apotheker. Maar dat is niet zonder risico.’
Slecht toegankelijk
‘Dat laatste kunnen we onszelf als artsen en apothekers aanrekenen’, vervolgt Bart. ‘Want kennelijk ervaren mensen een drempel om met ons te overleggen. Waarom? Omdat we slecht toegankelijk zijn. Dit geldt vooral voor medisch specialisten in het ziekenhuis. Mensen geven dat ook zelf aan. Ik vind daarom dat wij onszelf moeten openstellen naar hen toe. We moeten de patiënt begeleiden op de manier die bij hem of haar past én die past bij de situatie. Bijvoorbeeld via de telefoon, beeldbellen of e-mail of via whatsapp of een chatbot. Ervaar ik seksuele bijwerkingen, dan wil ik mijn vraag anoniem kunnen stellen. Heb ik een kinderwens, dan wil ik wellicht een persoonlijk gesprek met de dokter.’
Naar persoonlijk medicatiegebruik
Overigens zit er momenteel veel ontwikkeling in de behandeling met medicatie. Volgens Bart gaan we de komende jaren toe naar persoonlijk medicatiegebruik, waarbij de medicatie steeds meer afgestemd is op de persoon die de middelen gebruikt. ‘We kunnen in de toekomst bijvoorbeeld aan het DNA aflezen of een bepaald medicijn bij jou past. Ook kunnen we kijken naar je leverfunctie. Sommige mensen breken bepaalde medicatie daar sneller af dan andere mensen. Als jouw lever medicatie langzamer afbreekt, dan moet je een lagere dosis krijgen, omdat anders de kans op bijwerkingen groter is. Ook weten we dat bepaalde bloeddrukmedicatie anders werkt bij westerse mensen dan bij niet-westerse mensen. Zelfs zijn er verschillen tussen man en vrouw. Gecombineerd met informatie over de doelen die de patiënt zelf heeft, weten we dan van tevoren beter welke medicatie past bij welke patiënt. Dit kan bijdragen aan goed geneesmiddelengebruik en therapietrouw.’
Bart van den Bemt is apotheker, klinisch farmacoloog en senior onderzoeker in het Radboudumc en in de Sint Maartenskliniek. Begin 2020 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Personalized Pharmaceutical Care aan de Radboud Universiteit/het Radboudumc.
Wil je meer lezen over medicijnen en een hart- en vaataandoening?
Download de gratis special