Zeven jaar geleden kreeg Yvonne (58) last van extreme vermoeidheid. Gelukkig nam haar huisarts de klachten meteen serieus. Na meerdere tests volgde de diagnose hartfalen.
‘Ik had nog nooit van hartfalen gehoord. Gelukkig legde de cardioloog het goed uit, maar toch ging het in mijn hoofd alle kanten op: ik heb een gezin, ik heb kinderen … Is hier wat aan te doen? Hoe lang heb ik nog te leven? Gelukkig werd mij verteld dat klachten minder kunnen worden met medicijnen.’
De medicijnen slaan niet aan
‘Helaas sloegen de medicijnen bij mij niet aan. De vermoeidheid werd niet minder en ik kon niet meer werken. Mijn cardioloog stuurde me vrij snel door naar een universitair ziekenhuis met veel specialisten op het gebied van hartfalen. Achteraf hoorden we dat ik bijna voor de screening van een harttransplantatie in aanmerking kwam, maar gelukkig is het niet zover gekomen: na een half jaar sloegen de medicijnen tóch aan en verbeterde mijn pompfunctie vrij sterk. Sindsdien heb ik weer meer energie. Makkelijke huishoudelijke taken lukken mij weer en ik werk twee dagen als gastouder.’
Steun van lieve mensen
‘Mijn man en ik zijn gezegend met een betrokken familie en lieve vrienden. Bij hen konden we vanaf het begin ons verhaal kwijt en ik heb altijd gevoeld: we staan hier niet alleen voor. Dat is heel kostbaar om te mogen ervaren. Ook de gesprekken met de hartfalen-verpleegkundige gaven houvast, met name in de beginperiode. Hij gaf ons alle informatie die we nodig hadden, maar daarnaast ook praktische tips, zoals: neem meer rust, maar durf ook dingen te proberen. Kijk wat jouw lichaam aankan, en luister daarnaar.’
Ik ben niet mijn ziekte
‘Natuurlijk denk ik weleens: verdorie, ik ben nog hartstikke jong! Mijn vriendinnen kunnen allemaal meer dan ik … Als ik dat soort gedachten heb, denk ik regelmatig aan een vrouw die ik trof bij een bijeenkomst van Harteraad. Ze vertelde dat ze op het eind van de dag altijd even stilstaat bij de dingen die wél zijn gelukt. Dat vond ik ontzettend mooi en probeer ik zelf ook te doen. Laatst was ik bijvoorbeeld met een vriendin naar het museum. Ik kan daarna niet óók nog winkelen en ’s avonds ben ik echt op, maar ik heb wél een heerlijke dag gehad. Op dat laatste richt ik me. Wat ik ook heb geleerd, is: ik heb een ziekte, maar ik ben niet mijn ziekte. Ik ben nog steeds ‘gewoon’ Yvonne: vrouw, vriendin, moeder, oma, en van alles meer. Daarvoor ben ik heel dankbaar.’
Wat kan je verwachten?
Na een diagnose of tijdens een behandeling heb je vaak veel vragen: wat kan je verwachten van onderzoek, behandeling en de zorg? En wat kan je zelf doen om een zo’n goed mogelijk leven te leiden met je aandoening? Het zorgpad hartfalen en het zorgpad boezemfibrilleren geeft antwoord op veel van je vragen.