Frans Rutten (59) strijdt er als wetenschappelijk onderzoeker bij het Julius Centrum, een van de onderzoeksdivisies van het UMC Utrecht, voor dat hartpatiënten zich vaker gehoord voelen. Niet voor niets zit hij in een werkgroep die het wisselen van medicijnen aan de kaak stelt bij het ministerie van VWS.
‘Huisarts worden, dat was mijn droom. Ik heb nog wel even op de cardiologie-afdeling gewerkt. Maar ik weet nog dat ik dacht: dit is niks voor mij. Niet dat hartaandoeningen mij niet interesseerden. Ik kon er alleen niet tegen dat patiënten met vreselijke pijn in hun borst werden binnengebracht, om ze vervolgens na een hartfilmpje en bloedtest weer naar huis te sturen. Ik zag de angst in hun ogen. Naar huis, met pijn in mijn borst, gaat dat wel goed? Logisch, ik zou exact hetzelfde denken.’
Gevoelsmens
‘Het was dáár dat ik erachter kwam dat ik me meer met de patiëntkant van het verhaal wilde bezighouden. In 1991 begon ik als huisarts in Rhenen. Ondertussen richtte ik mij ook op onderzoek naar hart- en vaatziekten. In die tijd was het ongebruikelijk om je verder te specialiseren, maar het besef drong door dat ik als huisarts meer moest doen. Ik wilde de huisartsgeneeskundige zorg van patiënten met hart- en vaatziekten verbeteren én deze aandoeningen vroegtijdig opsporen.’
Hartfalen bij COPD
‘Vanaf 1999 werkte ik parttime als huisarts en besteedde ik de andere helft van mijn tijd aan wetenschappelijk onderzoek. Ik doe patiëntgericht onderzoek op de afdeling huisartsgeneeskunde van het Julius Centrum. In 2015 rondde ik mijn promotieonderzoek af naar hartfalen bij COPD. Eindelijk kwam het niet herkennen van hartfalen bij mensen met COPD op de kaart. Later ontdekten we dat hartfalen bij mensen met diabetes type 2 vaak niet wordt herkend, met een verkeerde behandeling tot gevolg. Dat heeft behoorlijk veel impact op de kwaliteit van leven.
De patiëntenzorg verbeteren door nieuwe inzichten naar de praktijk te brengen, geeft veel voldoening. Wat telt, is dat patiënten het vertrouwen krijgen dat ze verdienen. Iedereen moet zich serieus genomen voelen.’
Medicijnen omwisselen
‘Een medicijn van 4.000 euro omwisselen voor een medicijn van 400 euro? Geen huisarts of patiënt die daar bezwaar tegen heeft, zolang de stof maar net zo werkzaam en effectief is. Dit is eens in de 15 jaar weleens het geval bij de overgang van een geregistreerd medicijn naar namaak. Wat mij tegenstaat, is dat patiënten continu een andere namaakvariant meekrijgen. Verzekeraars eisen van apothekers dat zij continu tussen namaak wisselen, omdat het om een paar eurocenten verschil gaat. Geloof mij, het gaat echt om kruimelwerk in het totale medicijnbudget.
Wisselen zonder medische reden én zonder inspraak van de patiënt is natuurlijk absurd. Wettelijk gezien bepaalt de huisarts of er gewisseld mag worden, de apotheker mag alleen afgeven. Maar nu er verzekeraars zijn die in de polisvoorwaarden opnemen dat patiënten hun medicijn eerst twee weken moeten proberen, druist de praktijk in tegen de theorie. De overheid ziet dit door de vingers. Het welzijn van de patiënt wordt uit het oog verloren, net zoals de veel hogere prijs die we met z’n allen betalen voor alle indirecte kosten. Patiënten voelen zich vaker ziek, hebben telkens opnieuw uitleg nodig en moeten in sommige gevallen weer naar het ziekenhuis omdat het misgaat. Helaas zijn deze indirecte kosten veel lastiger te meten: een goede analyse die het verband aantoont, is er nog niet geweest.‘
Verontrustend
‘Wat mij nog het meest verontrust, is dat het vertrouwen van de patiënt bij elke wisseling afneemt. 71,5 procent van de patiënten krijgt op jaarbasis te maken met een switch. Dan weer geeft de apotheek een doosje van firma A mee, dan weer van firma B. Patiënten kunnen soms nauwelijks ontcijferen wat er op het doosje staat, omdat de tekst Grieks of Arabisch is. De vraag die dan logischerwijs rijst, is hoe goed zo’n buitenlandse fabriek wordt gecontroleerd. Het is schandalig dat patiënten zich hier zorgen over moeten maken, terwijl ze zich eigenlijk willen richten op beter worden.’
Richtlijnen
‘Onze werkgroep maakt zich daarom hard voor een lijst met medicijnen die zeker niet gewisseld mogen worden. En als er dan toch gewisseld wordt, willen we richtlijnen die aangeven hoe dat zo goed mogelijk gebeurt. Als het aan mij ligt, wordt het wisselen van medicijnen hooguit 1 keer per 3 jaar toegestaan.’
Ook Harteraad zet zich in tegen medicijnwissels
Harteraad doet een oproep aan het ministerie van VWS, zorgverzekeraars en apothekers om een einde te maken aan medicijnwisselingen bij bepaalde medicijnen en patiëntengroepen. Zo voelt 34% van de mensen zich zieker of ongezonder na omzetting naar een ander merk van hun vertrouwde medicijn. Dat blijkt uit onderzoek gedaan onder bijna 2.000 patiënten door Harteraad Patiëntenfederatie Nederland en 13 andere patiëntenorganisaties. Michella is één van hen, lees hier haar verhaal.
Daarnaast is er een rapport opgesteld over de gevolgen en met aanbevelingen: Wisselen van medicijnen.
Dit artikel verscheen in ons magazine. Wil je ook het Harteraad magazine ontvangen? Word dan lid, dan ontvang je het Harteraad magazine drie maal per jaar. Wist je dat veel zorgverzekeraars het lidmaatschap van Harteraad vergoeden?