Jetske Kalwij (32) werd geboren met een ‘half hart’: haar rechterhartkamer was te klein. Dankzij een operatie doet haar linkerhartkamer nu al het werk. Sinds een jaar heeft ze een relatie, maar ze weet nog goed hoe het is om te daten. Wanneer vertel je een nieuwe liefde dat je een hartaandoening hebt? Wat vertel je dan precies? Jetske: ‘Over mijn hartaandoening ben ik vrij open, maar de kwetsbare dingen bewaarde ik voor als het serieus werd.’
‘Met relaties was ik laat. Als je geboren wordt met een hartaandoening, hoor je eerst vooral wat je allemaal niet kunt. Artsen zeiden bijvoorbeeld dat ik met mijn hart niet kan sporten. Lang heb ik me afgevraagd of seks dan wél kon. Op mijn achttiende kreeg ik de boodschap dat ik beter niet zwanger kon worden. Als je zwanger bent, klopt je hart namelijk negen maanden lang alsof je aan het hardlopen bent. Dat kan een hart met één hartkamer niet goed aan. Ik overleef het wel, maar om te overleven stoot het lichaam vaak de zwakste schakel af: het vruchtje. Dat kwam hard aan. Ik ben er drie jaar lang best wel kapot van geweest.’
Sterker door hardlopen
‘Op mijn eenentwintigste ging de knop om. Ik was enorm onzeker, voelde me anders en vond mezelf weinig waard. In therapie heb ik geleerd om alle negatieve gedachten over mezelf om te zetten naar liefdevolle gedachten. Ook ben ik in die periode uit tegendraadsheid begonnen met hardlopen. Stap voor stap heb ik mijn conditie opgebouwd, binnen mijn eigen grenzen. Gewoon zelf, met een hardlooppodcast. Later kwam daar krachttraining bij. Langzaam maar zeker werd ik fitter en sterker. Zie je wel, dacht ik, ik kan wél sporten. Dat gaf mijn zelfvertrouwen een enorme boost. Ik kon veel meer dan ik zelf dacht, dan me altijd was voorgehouden.’
Zorgeloos genieten
‘Doordat ik lekkerder in mijn vel kwam te zitten, was ik ook toe aan daten. Bang dat mijn hart seks niet zou trekken was ik allang niet meer. Ik ben eerder begonnen met hardlopen dan met seks. Als ik vijf kilometer kon rennen, zou een vrijpartijtje ook wel lukken. Over mijn litteken ben ik trouwens nooit onzeker geweest. Bij een date in een donkere kroeg kun je elkaars gezicht niet eens goed zien, laat staan een litteken. Sterker nog, ik heb weleens een one night stand gehad waarbij mijn litteken helemaal geen onderwerp van gesprek was. Soms viel het mannen wel op. Dan vroeg ik eerst plagerig of ze stiekem naar mijn borsten zaten te gluren. Ze zeiden dan ongemakkelijk ‘nee’, wat ik heel grappig vond. Daarna vertelde ik kort dat ik als kind aan mijn hart was geopereerd. Ik heb daar nooit vervelende reacties op gehad.’
Kinderwens
‘Dat ik niet zomaar moeder kan worden, was kwetsbaarder. Maar Paul, mijn grote liefde, heb ik het vrij snel verteld. Half huilend, ik had geen idee hoe hij zou reageren. Hij bleef rustig en heeft me getroost. Paul is vol vertrouwen dat we samen kinderen gaan krijgen. En ik eigenlijk ook. Ik kan inmiddels een halve marathon rennen, dat had ook nooit iemand gedacht, toch? Pasgeleden deed ik een fietstest. Mijn uitslag bleek zo goed dat de arts voorzichtig terugkwam op wat hij eerder had gezegd: met deze conditie zou een zwangerschap misschien wél kunnen. Zie je wel, dacht ik. Met de juiste maatregelen moet het gewoon lukken. Als het erop uitdraait dat ik negen maanden plat moet liggen: so be it. Natuurlijk neem ik het risico serieus, maar ik ben te eigenwijs om het niet te proberen.’
Alles over relaties en initmiteit
Lees het nieuwe magazine