Op een tattoo-conventie in Mexico krijgt Henk Schiffmacher (67) last van zijn hart. ‘Ik kwam aan als een held, stond in elke krant. Na drie dagen lag ik in het ziekenhuis. De cardioloog vroeg wie ik was. Blijkbaar stonden er veertig Mexicaanse tatoeëerders op de gang te bidden voor mijn gezondheid. Dat heeft gewerkt.’
In Mexico worden er vijf jaar geleden hartritmestoornissen ontdekt bij Henk. Nu doet hij het rustiger aan. Dat betekent: maximaal twee biertjes en vijf sigaretten per dag. Boven een tafeltje in zijn stamkroeg vlakbij het raam hangt een bordje: Hier zit Henk Schiffmacher tussen 15:00 en 17:00 uur. ‘Ik heb een fantastisch leven, de meest idiote dingen gedaan’, vertelt hij. ‘Nooit heb ik ergens spijt van gehad. Dat kan als je jong bent, maar dat ben ik natuurlijk allang niet meer. Op een gegeven moment begon ik meer gewicht te krijgen en werd ik kortademig. In Mexico dacht ik: ik heb mijzelf gesloopt, nu moet ik op de blaren zitten.’
Alles op tafel gegooid
’s Nachts, wanneer het leven voor Henk vroeger pas echt begon, heeft zijn hart het nu het zwaarst. Dat komt door zijn slaapapneu. ‘Er is mij verteld dat mijn hart daardoor soms meerdere keren per nacht stilstaat. Als ze dat tegen je zeggen, dan kan je maar één ding doen: jezelf overgeven aan de mensen in het ziekenhuis, dat zijn de monteurs en de tovenaars die er nog iets van kunnen maken. Daarom heb ik ze ook mijn eerlijke verhaal verteld over mijn leven en mijn cocaïnegebruik. Ik vond dat ze moesten weten wat voor troep er door dit lichaam is gegaan. Ik ben naar huis gestuurd met wat pillen, dat is dan wel weer ironisch’, lacht hij.
Imperfectie is mooier
‘Ik heb alle organen weleens in mijn handen gehad’, vertelt Henk. ‘Mijn vader was slager, soms zat ik met beide handen in dode koeien en varkens. Toen mijn cardioloog zei: “Henk, je hebt het aan je hart”, dacht ik terug aan de slagerij en aan al die losse onderdelen die samen je motor zijn.’ Henk neemt een grote slok van zijn Affligem Blond en wordt afgeleid door een oude bekende die de kroeg binnenstapt. ‘Ik kom zo een biertje met je drinken, ik maak eerst even een praatje over mijn hartconditie’, roept hij. ‘Ja, sorry, die ADHD-inslag heeft er altijd ingezeten’, bekent Henk, terwijl hij verder gaat met zijn verhaal. ’Misschien dat daar mijn drang naar het wilde leven ook vandaan komt. Ik heb mijzelf altijd een soort zelfmedicatie toegediend, daar werd ik rustig van. Ik kon er heel goed op schilderen. Dat gebruikte ik dan als excuus.’
Gevoel van pure liefde
Op de vraag of Henk denkt dat hij verslaafd is geweest, antwoordt hij: ‘Geweest? Dat ben ik nog steeds. Als ze me alles afpakken, dan is er niks meer aan. Soms vragen mensen weleens: waar ben je dan verslaafd aan? Ik denk aan het leven met al haar pieken en dalen, want die horen erbij. Liever omhoog en omlaag, van een negen naar een twee, dan altijd een zes. Mensen zoeken tegenwoordig altijd naar het perfecte plaatje, dat merk ik ook in mijn tattooshop. Imperfectie is mooier dan perfectie. Puntje bij paaltje zijn we allemaal imperfect, ook als je je laat vol spuiten met botox.’
Die pieken en dalen horen ook bij het ouder worden. Henk en zijn vrouw Louise gingen door een diep dal toen er bij haar leverkanker werd geconstateerd. ‘We dachten allebei: dan gaan we toch samen? Ineens overvalt het gevoel van pure liefde je. Dat is prachtig, hoe schrijnend de situatie ook is. Maar Louise kreeg onverwachts een levertransplantatie en met mijn gezondheid ging het ook steeds beter. De artsen zeiden dat we nooit meer verre reizen konden maken. Nu doen we dat weer volop, naar Indonesië, Sri Lanka en Japan. Heerlijk, al die verschillende stammen en culturen en alles wat ze voortbrengen aan kunst. Het enige verschil: we vliegen nu businessclass, lekker languit in plaats van 12 uur opgepropt.’
Die twee zijn goed gelukt
Angst voor de dood heeft Henk nooit gehad. ‘Mijn ex-vrouw was gelovig. Tegen haar zei ik altijd: “Als jij dood gaat en er is niks, dan ben je teleurgesteld. Als ik dood ga en er is toch iets, dan is dat mooi meegenomen.” Ik ben een apparaat dat langzaam opdroogt. Maar er leeft altijd een stuk door, in alles wat ik heb gedaan én in mijn kinderen. Dat is voor mij reïncarnatie, daar moet je heel zuinig op zijn. Dat ben ik ook. Mijn twee dochters zijn ongelofelijk goed gelukt. Ik heb ze altijd een duw gegeven, ze moeten hun eigen ding doen, zich niet gedwongen voelen om in het 8-6 gebeuren rond te hangen. Ga liever reizen, leer met een open en kritische blik naar de wereld kijken en zorg dat je gewoon een heel leuk mens wordt. Dat is belangrijk, want you get what you deserve.’