Door hartrevalidatie durf ik ook meer

Jacqueline Comvalius (53) kreeg na diverse fysieke klachten plotseling een hartinfarct. Ze wilde weer snel de draad oppakken en starten met hartrevalidatie. Maar tegelijkertijd kreeg ze ook last van bewegingsangst. Jacqueline vertelt hoe zij over haar bewegingsangst is gekomen.

Heeft het lang geduurd voordat je ging bewegen na het hartinfarct?

‘Op 19 juni 2019 kreeg ik een hartinfarct. Daarvoor heb ik herhaaldelijke keren druk op mijn borst gevoeld. Ik was kortademig en duizelig. Met die klachten ben ik ook doorverwezen naar het ziekenhuis, maar na een aantal tests was de conclusie dat er niets aan de hand was. Bloed was goed, inspanningsoefeningen gingen prima. Ik kreeg ineens klachten die leken op migraineaanvallen, met spugen en zweten. Mijn arm begon te tintelen en ik kreeg hem niet meer omhoog. Op een avond werden mijn klachten zo hevig, dat alle alarmbellen begonnen te rinkelen. Na één belletje met de Eerste Hulp werd ik met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Ik bleek een hartinfarct te hebben. Vier weken lang heb ik het thuis rustig aan moeten doen. Ik vond dat eigenlijk te lang duren. In die periode kwam Paul Keessen, onderzoeker naar bewegingsangst bij hartpatiënten, bij me langs. Hij interviewde mij over mijn ervaringen met het ziekenhuis en hartrevalidatie. Maar daar was ik dus nog niet aan begonnen.’

Je bent inmiddels gestart met hartrevalidatie. Hoe gaat dat?

‘Het revalideren gaat zeer goed. Daarvoor was ik wel angstig: wat mag wel en wat mag niet? Ik had last van inspanningsangst, bang om bijvoorbeeld te fietsen. Ik was ook snel moe en voelde me daardoor erg beperkt in mijn vrijheid. Ook ben ik een keer op de Eerste Hulp terechtgekomen vanwege paniekaanvallen. Ik wilde ook niet meer autorijden, bang dat ik misschien weer een hartinfarct zou krijgen. Gelukkig motiveert mijn partner mij om dingen te ondernemen. Door hartrevalidatie durf ik ook meer. We doen activiteiten individueel, zoals fietsen, roeien en lopen. En we doen activiteiten in groepsverband, zoals hockey. In teamverband bewegen is erg fijn, ik let dan niet zo op wat ik niet kan. Ik gaat helemaal op in het spel, waardoor ik me veel vrijer voel.’

Wat zou je andere hartpatiënten willen meegeven?

‘Ga hoe dan ook naar hartrevalidatie. Zo krijg je weer het vertrouwen in je lichaam terug. Probeer geen angst bij jezelf te creëren, maar praat erover. Ook dat kan tijdens de hartrevalidatie. Ik wil niet meer dat angst mijn leven gaat beheersen. Dat is me achttien jaar geleden overkomen. Dat ik telkens flauw viel vanwege een aandoening aan mijn evenwichtsorgaan. Ik was zo bang, dat ik niet eens meer durfde te slapen en zelfs niet mijn kinderen naar school durfde te brengen. Dat wil ik dus niet meer, dat angst mijn leven gaat beheersen. Iemand die je steunt in moeilijke tijden, dat wens ik iedereen toe.’

‘Belangrijk om bewegingsangst zo vroeg mogelijk op te sporen’

Paul Keessen is onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam en het Amsterdam UMC en houdt zich daar onder andere bezig met het onderzoek Bewegingsangst bij hartpatiënten. Jacqueline is één van de patiënten uit zijn onderzoek.

Waarom is onderzoek naar bewegingsangst zo belangrijk?

‘Uit Zweeds onderzoek is gebleken dat 20% van alle hartpatiënten last heeft van bewegingsangst, waardoor ze ook minder gaan bewegen. Patiënten worden vrij snel weer ontslagen uit het ziekenhuis en hebben dus weinig informatie gekregen en vaak ook geen fysiotherapeut gezien. Ze weten vaak niet wat ze wel en niet mogen qua fysieke belasting, dit maakt hen onzeker. Ook werkt het niet mee wanneer een partner of een ouder uit zorg dingen uit handen neemt. Terwijl fysieke inspanning voor hartpatiënten juist zo belangrijk is. Hartpatiënten met bewegingsangst haken ook eerder af bij hartrevalidatieprogramma’s. Zo komen ze in een neerwaartse spiraal terecht met het risico op nóg een hartaanval. Daarom is het belangrijk dat we in een vroeg stadium bewegingsangst herkennen en dat zorgverleners hierop inspelen.’

Je doet een studie met hartpatiënten. Wat zijn de resultaten tot nu toe?

‘Om te beginnen heb ik een vragenlijst ontwikkeld waarmee zorgverleners bewegingsangst in kaart kunnen brengen. We weten dat ongeveer de helft van de onderzochte patiënten last heeft van angstklachten na hartfalen. Bewegingsangst is echter een specifieke vorm van angst die met dit meetinstrument kan worden ontdekt. Verder kwam ik ook tot de conclusie dat de oorzaak voor angst vaak het gevolg is van het soort interventie aan het hart. Iemand die gedotterd is, wordt relatief snel uit het ziekenhuis ontslagen en heeft weinig tijd en begeleiding gehad op het gebied van hartrevalidatie. De patiënt is mogelijk ook informatie hierover vergeten; er komt zoveel op hem of haar af. Het lijkt alsof mensen die een chirurgische behandeling hebben ondergaan, minder angstig zijn. Hun verblijf in het ziekenhuis duurt langer en ze worden goed begeleid en geïnformeerd over het belang van beweging.’

Jacqueline is één van de hartpatiënten uit jouw onderzoek. Wat heb je van haar geleerd?

‘Uit de meting bleek dat Jacqueline inderdaad bewegingsangst had. Ze heeft een acuut hartinfarct gehad en moest worden gedotterd. Ze heeft zich vervolgens nog een paar keer gemeld bij de Eerste Hulp vanwege pijn op de borst, waarvan later bleek dat dit paniekaanvallen waren. Er zat verder veel tijd tussen de ziekenhuisopname en de start van de hartrevalidatie. Er was dus ook sprake van gebrekkige informatie. Al met al een voedingsbodem voor bewegingsangst. Mijn tips voor mensen met bewegingsangst zijn: trek eerder aan de bel, zoek contact met een hulpverlener in het ziekenhuis. Erover praten met je partner en omgeving neemt ook veel angst weg. Deelnemen aan hartrevalidatie is altijd aan te raden.’

Dit artikel verscheen in de Harteraad beweegspecial van november 2019 in de rubriek ‘Van twee kanten’. Wil je ook het Harteraad magazine ontvangen? Word dan lid, dan ontvang je het Harteraad magazine drie maal per jaar. Wist je dat veel zorgverzekeraars het lidmaatschap van Harteraad vergoeden?

Meld je aan voor de Harteraad nieuwsbrief