Heb jij of een dierbaar iemand trombose? Dan hebben jullie ongetwijfeld veel vragen. In dit artikel bespreken we de belangrijkste dingen, zodat je ondanks je trombose een zo goed mogelijk leven kunt leiden.
Laten we beginnen met het belangrijkste: wat is trombose eigenlijk? Bij trombose (voluit: veneuze trombose of diep veneuze trombose) zit er een bloedprop in een bloedvat. Dit komt met name voor in de benen (een trombose-been), maar kan ook voorkomen in de armen (een trombose-arm). In mindere gevallen komt het voor in de hersenen (sinus-trombose), buikholte (buikvene trombose) of in het oog (oog-trombose).
Wat gebeurt er bij trombose?
Bloed hoort vloeibaar te zijn en door je bloedvaten te stromen. Soms kan het zijn dat je bloedvat aan de binnenkant een krasje oploopt en beschadigd raakt. Het bloed zal daar dan een beetje stollen. Maar dit is normaal en gebeurt bij iedereen eigenlijk de hele dag door. Je bloed zorgt er zelf weer voor dat dit stolsel wordt opgeruimd.
Maar soms kan het voorkomen dat het stolsel niet wordt opgeruimd en steeds maar groter en groter wordt totdat het bloedpropje het vat helemaal verstopt heeft. Je kan het vergelijken met een dam in de rivier. Het bloed moet dan een andere weg zoeken en dat voel je. Dit is wat er gebeurt bij trombose. Het systeem van stolling en antistolling raakt dus uit balans en door een bloedprop raakt je bloedvat verstopt. Medisch gezien wordt dit veroorzaakt door 3 factoren: de toestand van de vaatwand, bloedstroom of de samenstelling van het bloed.
Een bijzondere vorm van trombose is arteriële trombose, hierbij kan een stolling gedeeltelijk of geheel een slagader afsluiten. In dit artikel gaan we daar niet verder op in.