Bijna iedereen met coronaire vaatdysfunctie krijgt medicijnen. Om de klachten te verminderen, of om risicofactoren weg te nemen. Het vinden van de juiste medicijnen die voor iemand met coronaire vaatdysfunctie werken, is vaak een flinke zoektocht. Dit komt doordat klachten verschillen tussen mensen, en iedereen ook anders reageert op medicijnen. Voorbeelden van medicijnen die je kan krijgen zijn:
- Calciumblokkers (zoals Diltiazem): Deze medicijnen krijg je als je vooral klachten hebt als je rustig bent. Ze zorgen ervoor dat de spieren in de wand van het bloedvat ontspannen. Dat zorgt ervoor dat de kransslagaders wijder worden, en er meer zuurstof naar het hart toe kan. Als je vaatspasmen hebt, dan krijg je altijd een calciumblokker om aanvallen te voorkomen.
- Bètablokkers (zoals Atenolol of Nebivolol): Deze medicijnen krijg je vaak als je vooral klachten hebt bij inspanning. Het zorgt ervoor dat je stresshormoon geblokkeerd wordt. Je bloeddruk verlaagt, je hartslag wordt trager en je bloedvaten in het hart worden wijder. Ook heeft je hart minder zuurstof nodig. Dit zorgt allemaal voor minder klachten. Bètablokkers worden niet voorgeschreven als je te maken hebt met vaatspasme, omdat dit juist een aanval kan uitlokken.
- Nitraten (zoals nitroglycerine spray): Nitraten zijn er in langwerkende en snelwerkende varianten. Ook dit medicijn zorgt dat de bloedvaten wijder worden, en meer zuurstofrijk bloed naar het hart kan. Als je snel minder klachten van pijn op de borst wil, bijvoorbeeld bij een aanval van MCD of vaatspasme, dan neem je een snelwerkend nitraat zoals nitroglycerine spray voor onder de tong. Een langwerkend nitraat helpt aanvallen vorkomen, waardoor er minder vaan een snelwerkend nitraat nodig is.
- Soms wordt Aspirine voorgeschreven. In sommige gevallen lijkt het te werken, maar hier bestaat nog veel onduidelijkheid over.
Heb je te maken met bepaalde risicofactoren die jouw kans op coronaire vaatdysfunctie groter maken? Dan wordt er gewerkt aan het verminderen van deze factoren. Zo kan verslechtering worden uitgesteld of zelfs voorkomen. Medicijnen die je hiervoor zou kunnen krijgen zijn:
- Cholesterolverlagers (statines): Deze medicijnen zijn bedoeld om een hoog cholesterol te verlagen. Maar er zijn aanwijzingen dat op lange termijn het ook kan zorgen voor minder hart- en vaatziekten bij mensen met MCD. Daarom krijgt iemand met MCD dit medicijn soms sowieso, ook al is het cholesterol niet te hoog.
- Medicijnen bij diabetes
- Bloeddrukverlagers: voor een lagere bloeddruk. Deze medicijnen kunnen er soms ook voor zorgen dat klachten minder worden.