Medicatie bij een longembolie

Omdat een longembolie meestal het gevolg is van trombose, worden dezelfde medicijnen voorgeschreven:

  • Directe orale anti-coagulantia (DOAC), zoals dabigatran, rivaroxaban en apixiban.
  • Heparine, toegediend via een infuus of met spuitjes onder de huid.
  • Vitamine K antagonist (VKA), met name acenocoumarol en fenprocoumon. Bij het gebruik word je begeleid door de trombosedienst. De eerste periode gebruik je spuitjes.

De belangrijkste bijwerking van al deze middelen is kans op bloedingen. Om herhaling te voorkomen, blijf je bloedverdunners slikken. Oók als de longembolie al weg is. Hoe lang hangt ervan af of er een duidelijke oorzaak was, zoals een gebroken been waardoor je niet kon bewegen. Dan is de behandelduur vaak 3 maanden. Heb je meerdere longembolieën gehad? Dan kan het zijn dat je de bloedverdunners altijd moet blijven slikken. Ook na één longembolie zonder aanwijsbare oorzaak wordt vaak gekozen om niet te stoppen, tenzij het risico op bloeding te groot wordt

Het hebben van een longembolie of longembolieën kan een ingrijpende ervaring zijn. Gelukkig herstellen de meeste mensen met de juiste behandeling weer helemaal.

Meld je aan voor de Harteraad nieuwsbrief