Na een hersenbloeding is onderzoek in het ziekenhuis noodzakelijk. Daar worden zo snel mogelijk allerlei onderzoeken gedaan om te kijken is of er sprake is van een herseninfarct of een hersenbloeding. Als er sprake is van een hersenbloeding wordt geprobeerd de bloeding op te sporen en te stoppen.
- Neurologisch onderzoek: hierbij worden de belangrijkste functies van het zenuwstelsel onderzocht.
- CT-scan van het hoofd: hiermee worden de bloedvaten in de hersenen goed in beeld gebracht.
- Bloedonderzoek, bijvoorbeeld om te kijken of de bloedstolling in orde is.
- Hersenfilmpje (EEG): hiermee wordt de elektrische activiteit van de hersenen bekeken.
- Hartfilmpje (ECG): vaak wordt dit al gedaan voordat bekend is of er sprake is van een herseninfarct of een hersenbloeding. Door middel van een hartfilmpje kan bepaald worden of het herseninfarct veroorzaakt is door een hartritmestoornis.
- MRI-scan: hiermee kan een gedetailleerde afbeelding van de hersenen worden gemaakt.
- Angiografie: dit is een speciaal röntgenonderzoek waarmee de bloedvaten in de hersenen in beeld worden gebracht om zo de oorzaak van klachten te achterhalen. Bij dit onderzoek wordt een katheter (dun slangetje) via de lies naar de halsslagader gebracht. Via deze katheter wordt contrastvloeistof ingespoten. Op de röntgenfoto’s is deze contrastvloeistof goed te zien, waardoor de bloedvaten duidelijk zichtbaar worden.
