Boezemfibrilleren is niet levensgevaarlijk, maar moet wel zo snel mogelijk behandeld worden. Om de kans op een beroerte te verkleinen, en om klachten te verminderen. Er wordt op 4 vlakken behandeld.
Het verminderen van de kans op een bloedprop
Als je boezemfibrilleren hebt, dan is de kans groot dat je antistollingsmedicijnen (ook wel bloedverdunners genoemd) moet gebruiken. Daarmee maak je de kans op een bloedprop kleiner. Doordat het hart bij boezemfibrilleren onregelmatig en snel klopt, verandert de bloedstroom in de boezem. Daardoor is de kans op een bloedprop groter. Een bloedprop kan losschieten en in de hersenen vast komen te zitten. Als de bloedprop dan de bloed toevoer naar de hersenen tegenhoudt, noemen we dat een beroerte. Met antistollingsmedicijnen wordt de kans hierop dus kleiner.
Hartslagcontrole (frequentiecontrole)
De behandeling met medicatie zorgt er dan voor dat het hart minder snel gaat kloppen.
Ritmecontrole
De behandeling met medicatie zorgt ervoor dat het hart niet meer onregelmatig klopt, maar dat de elektrische prikkels weer ‘normaal’ via de sinusknoop lopen.
Het behandelen en verminderen van uitlokkende factoren
Boezemfibrilleren komt zelden alleen. Het is belangrijk om ook oorzaken/risicofactoren zoals hoge bloeddruk, overgewicht en overmatig alcoholgebruik aan te pakken.
De behandeling bestaat uit het veranderen van je leefstijl, medicijnen en soms een ingreep zoals een cardioversie of een ablatie.
